Opa vertelt… Tekstverwerking
Een kort essay over de vooruitgang in tekstverwerking:
In 1976 begon ik aan de universiteit Groningen met mijn studie wiskunde. In 1983 rondde ik die af. Mijn afstudeeronderzoek was op het gebied van de systeemtheorie. Mijn afstudeerverslag stond dan ook vol wiskundige symbolen. Toentertijd was er nog geen mogelijkheid van tekstverwerking op een computer (althans niet voor een student als ik) en dus heb ik mijn hele verslag op een typemachine ingetikt, steeds ruimte vrijhoudend voor de later met pen ingeschreven wiskundige symbolen en alles daarnaast ook nog links en rechts uitgelijnd. Een hels karwei: moest een zin ergens uiteindelijk toch anders, dan kon dat alleen door de hele pagina opnieuw te typen, te zorgen dat er op precies dezelfde plaats weer een pagina-overgang was en met een pen de symbolen weer in te vullen.
In 1983 ging ik door voor mijn promotieonderzoek en zo rond die tijd kwam TeX in zwang (TeX82 was de eerste versie die ook bij informatica in Groningen in gebruik raakte). Waarschijnlijk in 1985 of zo maakte ik een eerste collegedictaat met TeX, toen nog draaiend op een DEC-VAX machine onder UNIX en afgedrukt op een zg. dot-matrix printer. Zo’n printer ging zo’n tien keer over één regel tekst om steeds op iets andere plaatsen puntjes inkt te plaatsen zodat langzaam aan de regels tekst zichtbaar werden. Ik heb zo’n printer een aantal nachten laten draaien om uiteindelijk de 80 pagina’s van het dictaat afgedrukt te krijgen (en maar hopen dat de printer niet ergens ’s nachts bleef hangen, of erger nog, te warm zou worden en in de brand zou vliegen — nooit gebeurd overigens).
Thuis kon ik toen ook TeX draaien op mijn Atari ST. Deze thuispc had 1 Mb aan intern geheugen (een beetje foto, geschoten met een digitale camera, is tegenwoordig al groter!) en één floppy drive. Door van die 1 Mb zo’n 200kb te gebruiken als interne disk (RAM-disk genaamd) kon ik daar mijn TeX-files in plaatsen en middels een viertal floppy’s resp. een editor, TeX zelf, een viewer en een printerdriver draaien. Ik was dus letterlijk een diskjockey. Ik kan me herinneren dat zowel op de VAX als op mijn Atari thuis er zo’n tien tot twintig seconden verstreken per pagina. De paginanummers [1] [2] [3] [4] … verschenen dus zo ongeveer om de halve minuut (vergelijk dat maar eens met nu).
Voor mijn proefschrift kon ik gelukkig beschikken over snellere machines (wel onder UNIX) en over LaTeX als macropakket bovenop TeX. De sources van mijn proefschrift zijn nog steeds werkend, d.w.z. zonder veel moeite kan ik er een pdf-document van maken (probeer dat maar eens met oude wordperfect of word documenten…).
In 1988 werd (mede door Theo Jurriens) de Nederlandse TeX gebruikersgroep opgericht. Ik weet nog van één van de eerste bijeenkomsten van deze groep in Petten, waar Theo, ik en o.a. een aantal secretaresses van wiskunde/informatica met een busje naar toe gingen. Dergelijke NL-TeX-meetings waren altijd informeel (hoewel soms ook een bestuurlijke clash!) en bevatten naast een vaak korte formele bestuursvergadering een aantal vaak zeer interessante lezingen over alles wat met TeX te maken heeft.
De introductie van TeX zorgde in die tijd wel voor een ommekeer in het produceren van bijvoorbeeld wetenschappelijke artikelen. Voor dit tijd gaf een hoogleraar of andere onderzoeker zijn met pen uitgeschreven manuscript aan een secretaresse, die dat uittikte met in het algemeen een elektrische typemachine met verwisselbare bolletjes om meerdere lettertypes en symbolen aan te kunnen, waarna de hoogleraar de getikte versie weer controleerde en uiteindelijk op papier kon opsturen naar collega’s of een uitgever van een wetenschappelijk tijdschrift. Tegenwoordig tikt elke wetenschapper zelf zijn papers uit in Word, TeX of wat voor digitale tekstverwerker dan ook.
Nadeel van deze nieuwe aanpak is wel dat iedereen tegenwoordig ook denkt dat hij of zij verstand heeft van tekstlayout, fontkeuzes e.d. en soms dus met de meest lelijke ontwerpen komt voor de tekstpagina’s, titels, paragraafindeling, enz.
Een leuke anecdote m.b.t. TeX-gebruik is de volgende:
ergens begin jaren negentig denk ik, werd LaTeX bij wiskunde en informatica voor alle vormen van tekstverwerking gebruikt. De enige machines daar waren unix/linux machines en ook het secretariaat moest het daarmee doen. Voor notulen en brieven werd dus ook LaTeX gebruikt. Op een bepaald moment voerde de RUG een nieuwe huisstijl in (wapen links-midden en zwarte RUG-balk rechtsonder) en heb ik een zg. package gemaakt om deze huisstijl in LaTeX te simuleren. Op een bepaald moment kwam er echter van ons beheer een formele brief dat we echt briefpapier moesten gebruiken en dus niet de LaTeX-stijl mochten hanteren. Het secretariaat had die brief gemaakt en verspreid …. in LaTeX (want dat was tenslotte hun enige mogelijkheid!). De brief in de gesimuleerde stijl meldde dus dat die stijl niet meer mocht.
Volgens mij heeft nooit iemand echt gehoor gegeven aan dat verbod.
Het langdurig gebruik van TeX en LaTeX (spreek uit tech en latech) maakte wel dat ik bij de schilder altijd raar wordt aangekeken als ik weer eens om een emmer latech vraag (“bedoelt u mischien lateks, meneer?”)
Van TeX is in 1989 een nieuwe versie verschenen die nu nog steeds gebruikt wordt. Het versienummer van TeX convergeert naar pi, dus 3.1415926…. De bedenker van TeX (Donald Knuth) looft nog steeds geld uit als je een bug in het programma vindt en verdubbeld het bedrag na elke melding. Hij is nog lang niet falliet dus het aantal foutmeldingen is erg beperkt en dat ondanks het feit dat hij ooit de code voor de hele applicatie in één keer heeft ingetikt en pas daarna heeft getest (maar er van tevoren natuurlijk wel goed over heeft nagedacht). Tegenwoordig maken we een applicatie in het algemeen stukje bij beetje en zeker niet alles in één keer.
Langzaam aan ben ik van TeX overgegaan naar gebruik van microsoft producten zoals Word. Voordeel van word is de wysiwig-benadering (what you see is what you get), maar dat is ook gelijk het grote nadeel, want de achterliggende algoritmes, bijvoorbeeld voor uitlijning met rechte kantlijnen of het zetten van wiskundige formules, zijn minder complex omdat je direct resultaat moet zien. Daarnaast is bij gebruik van formules in een word-bestand de layout van zo’n formule veel handwerk en zullen vergelijkbare formules in een document niet altijd exact dezelfde layout hebben. In LaTeX zijn wiskundige formules handig in te voeren en altijd consequent opgemaakt.
Tot slot: in word zijn veel automatische zaken ingebouwd die niet altijd datgene doen wat je zelf graag wilt. Denk maar eens aan de hoofdletter na een afkorting. Het vergt vaak veel kennis van word om deze automatismen te omzeilen.
Ondanks het toegenomen gebruik van Word gebruik ik voor verschillende zaken nog steeds TeX. Zo maak ik de proceedings voor het studentcolloquium (zie bijv. die van 2008) nog steeds met LaTeX tesamen met wat aanvullende macropakketten om pdf-documenten te includen in het geheel. Ik heb nog geen ander programma kunnen ontdekken die meerdere in pdf aangeleverde artikelen automatisch achter elkaar kan zetten, van de juiste kop- en voetteksten kan voorzien én een inhoudsopgave kan maken zonder dat daar handwerk bij te pas komt. Kortom TeX is na ruim 25 jaar nog steeds springlevend. Volgens mij is er ook geen andere applicatie die al zo lang (nagenoeg ongewijzigd) meegaat.
“Volgens mij is er ook geen andere applicatie die al zo lang (nagenoeg ongewijzigd) meegaat.”
Emacs stamt uit 1976. 😉
Ach ja, die goede oude Emacs. Vroeger inderdaad heel veel mee gewerkt, maar emacs is nu al toe aan versie 20 of zo en TeX is sinds 1989 dus niet meer veranderd, dat is nog wel een verschil.