werkbezoek bij Petr Kozak in Praag – 23-29 november 1991
Mijn eerste kennismaking met Praag, niet lang na het vallen van de muur. Praag nog niet zo toeristisch, maar wel indrukwekkend en ik leer mijn collega Petr Kozak wat beter kennen. Het werkbezoek is de voorbereiding voor het eerste, mede door mij, georganiseerde WODES-congres.
Zaterdag 23 november
De reis begint om 7.08 op het NS station in Bedum. Zonder vertraging bereik ik om ongeveer half elf Schiphol en check me in voor de vlucht naar Praag.
Bij de douane is het erg druk: heel veel Surinames die weer terug gaan (of moeten?) naar hun geboorteland. De vlucht naar Praag is met de Tsjechische vliegmaatschappij CSA en dat merk ik gelijk bij het instappen: het vliegtuig dat ons vervoert is een Tupolev 134 A. Je hebt wel erg weinig ruimte om te zitten, de rugleuning van de stoel naast mij wil niet rechtop blijven staan en er is, zoals gebruikelijk, geen enkele voorlichting over wat te doen bij noodsituaties. Overigens verloopt de vlucht verder (op één luchtzak na) redelijk. Ik zit wel de hele vlucht in de zon en de gordijntjes bij de ramen zijn niet voldoende om de warmte te keren.
Om half twee arriveer ik op het vliegveld van Praag. Juist daarvoor heb ik even een besneuwd landschap kunnen zien, de rest van de vlucht zag ik slechts een wolkendek onder mij. Het vliegveld is maar klein. De Tupolev heeft zo’n lange landingsbaan nodig dat hij aan het eind van de baan moet omkeren om er af te kunnen.
Ik wordt opgehaald door Petr Kozak. Hij is met de auto; drie keer raden: een oude skoda. In een wat afwijkende rijstijl (bij het eerste stoplicht vliegt mijn tas al tussen de stoelen omdat nogal abrupt wordt geremd) gaan we hobbelend en stotend op weg naar het hotel. Dat blijkt een speciaal met het instituut verbonden hotel te zijn (zoiets als ons guesthouse). Per twee kamertjes (waarin een bed, een kast en een bureau) is er een badkamertje met douche, wc en wastafel. Er is alleen ontbijt te krijgen.
Na snel mijn tas op de kamer te hebben gebracht begint mijn eerste sightseeing met Petr door Praag. We gaan eerst naar een park aan de rand van het centrum (het Letná plateau). In dat park bevindt zich o.a. een reuzependulum die vanaf de gehele stad zichtbaar is en echt heen en weer gaat (volgens de bedenker om aan te geven dat de tijd sinds het communisme steeds verder gaat). Het kunstwerk is overigens maar tijdelijk en wordt binnenkort weer afgebroken.
Vervolgens bezoeken we de Karelsbrug, een brug uit de 14de eeuw, later aan beide zijden versiert met 30 beelden. Op en rond de brug is het erg druk: één van de toeristische punten dus. Overal zijn Tsjechen bezig hun waar aan de bieden of voorstellingen te houden met marionetten.
Daarna gaan we naar de Praagse burcht. Een enorm kasteel waar heden ten dage de regering van Tsjechoslowakije in huist. Er binnen liggen drie pleinen. Op één daarvan stonden eens 300.000 mensen de nieuwe president Havel toe te juichen (op een andere open ruimte stonden eens anderhalf miljoen mensen tegen het communisme te demonstreren).
De in het midden staande prachtige St.Vitus kathedraal is helaas gesloten. De bouw ervan is in 1344 begonnen en pas in 1927 afgerond. We lopen ook nog even door het zg. gouden straatje, een straatje tegen de vestingwal aan, waar ooit door alchemisten geprobeerd werd goud te maken.
Verder bezichtigen we nog een tweetal kerken van binnen. Een overrompelende ervaring. Volgens mij heeft in Praag nooit een beeldenstorm of zoiets plaatsgehad, zoveel beelden, gouden versierselen en glas-in-lood. Vooral de St.Nicolaaskerk (vlak bij burcht en Karelsbrug) is schitterend.
De brug en het kasteel bezoeken we al lopend en dan zijn we zo’n eind van de auto afgedwaald dat we een kort stukje met de tram gaan. Deze is echter overvol, maar het lukt allemaal nog net.
Tot slot eten we nog wat (kleins) in een restaurant. Oorspronkelijk had Petr een ander restaurant op het oog maar deze blijkt gesloten te zijn (failliet?). Tussendoor vertelt hij me van de huidige situatie in het land. Zijn wens is binnen twee jaar een volledig vrije economie, waarbij bedrijven overgaan in particuliere handen door, voorzover mogelijk, de situatie te herstellen zoals die was in 1948. Zo komen de oude communistische bonzen met hun vele geld niet opnieuw aan de macht als alleen-eigenaren van alle industrie.
Petr vertelt me nog dat de huidige situatie zeer onstabiel is. Prijzen veranderen met de dag. Zijn vrouw heeft de keuze uit verschillende winkels voor de dagelijkse boodschappen, maar doet iedere keer weer een gok welke de beste is. Wat het ene moment de winkel met goede kwaliteit voor redelijke prijs is kan een dag later de slechtste keuze zijn.
Na een enerverende eerste dag ben ik om half zeven weer op mijn hotelkamer terug.
Zondag 24 november
Ik sta om negen uur op. Het afdrogen na het douchen met zo’n klein handdoekje is een beetje behelpen. Bovendien zal blijken dat ik pas op donderdag een schone handdoek krijg. Het ontbijt is volgens een kaart. Behalve wat sneetjes brood met na keuze kaas of salami is er een keuze uit verschillende soorten omelets. Ik probeer de kaas en de salami. Uiteindelijk ben ik inclusief een glas sinasappelsap en een kop zwarte koffie (met veel prut onderin) ongeveer 40 kronen kwijt (ca. fl 2,50). Later begrijp ik dat als ik normale koffie wil, ik espresso moet bestellen.
Daarna besluit ik een korte wandeling rond het hotel te maken. Het is koud (zo rond nul graden) en erg mistig op zondagochtend. Ik loop door een winkelcentrum waar de etalages (zoals vorig jaar in Tallinn) zeker niet leeg zijn en de prijzen voor westerse begrippen uiterst laag. Ik zie zelfs een winkel met bruidskleding (hoewel er maar één bruidsjurk in de etalage hangt).
Om twee uur haalt Petr mij op voor een tweede sightseeing door het oude stadsdeel. We gaan per tram en daarna een stuk met de metro. De metrowagens zijn van Russische makelij en vreten stroom. In het oude stadsdeel bezichtigen we een aantal kerken (net als gisteren allemaal zeer groots aangekleed) en een joods kerkhof dat werkelijk vol staat met grafstenen (o.a. omdat hier in een aantal lagen mensen begraven liggen).
Na een vermoeiende wandeling door dit deel van de stad met allerlei bezienswaardigheden beginnen we aan de voor Tsjechische begrippen ingeburgerde kroegentocht. Uiteindelijk zal ik drie pubs bezoeken (overigens moet Petr tevens drie keer constateren dat een restaurant gesloten blijkt te zijn), drink ik 4 pinten bier van elk een halve liter (2 maal gewoon en 2 maal donker bier, overigens bevat bier hier slechts 2% alcohol) en eten we twee keer. De prijzen verschillen nogal in de restaurants. Een door ons genuttigde maaltijd in het eerste restaurant kostte 29 kronen en in een ander (meer op toeristen berekend restaurant) maar liefst 130 kronen.
Onze gesprekken gaan over politiek, onderzoek e.d.
Na nog een hobbelige rit in de tram arriveer ik rond tien uur weer in mijn hotel terug.
Maandag 25 november.
Om negen uur haalt Petr mij op voor een bezoek aan zijn instituut. Daarvoor heb ik ontbeten, ansichtkaarten geschreven en postzegels gekocht (4 postzegels van 1 kroon op elke kaart: een heel geplak). Met Petr discussieer ik een tijdje over zijn werk (een algemene controltheory voor traditionele systemen, alsook voor discrete systemen) en mijn werk (hij heeft een foutieve definitie van livelock gevonden in DEDS019).
Daarna breng ik een bezoek aan een collega, dr. Pik, die bezig is met een combinatie van discrete event systems en patroonherkenning. Zo is hij bezig met weersvoorspellingen door de mogelijke luchtdrukverdelingen in een twintigtal verschillende patronen op te delen. Elke dag wordt het weer bepaald en gekeken welk patroon er het beste bijpast. Daarnaast is er een transitiediagram van overgangen tussen de patronen. Zo is het mogelijk een weersvoorspelling te doen (samen met nadere gegevens, zoals het seizoen, de stand van maan en zon e.d.).
Tot slot lunchen we gedrieën in het restaurant in de buurt. De speciale Tsjechische soep (gemaakt van o.a. aardappelen en voorzien van een heel half ei) smaakt best lekker.
Daarna gaan we weer naar het instituut terug. Het gebouw waarin het instituut zich bevindt maakt een haveloze indruk (maar dan kan ook niet anders: ondanks inflaties van 100% is het door de overheid betaalde budget precies gelijk gebleven). Alle meubulair zou bij ons allang op de schroothoop zijn beland. Bovendien wordt in het gebouw een netwerk aangelegd zodat er druk wordt geboord (het lijkt het WSN gebouw (note: tegenwoordig de Duisenbergbuilding) wel). Petr leidt me rond in het gebouw. Ze blijken een mainframe te bezitten (een IBM) die alleen door de week operationeel is. Daarnaast staan er her en der in het gebouw wat oude terminals en een variatie aan pc’s van allerlei makelij, zowel met motorola als intel-architectuur. Er bevindt zich verder een Apollo-werkstation en er zullen binnenkort nog een aantal werkstations arriveren. Veel apparatuur kan worden verkregen door connecties met het buitenland. Tot mijn plezier merk ik dat men de artikelen hier ook met LaTeX aanmaakt en een drietal laserprinters heeft voor het afdrukken ervan. De bibliotheek van de afdeling is behoorlijk groot, maar bevat naar Petr’s mening te weinig tijdschriften, o.a. vanwege de variatie aan interesses binnen het instituut. Een door het instituut uitgegeven tijdschrift Kybernetica bevat een aantal artikelen van eigen bodem: ik zie onder de auteurs o.a. Jan Willems., Paula Rocha en Hans Nieuwenhuis.
Tot slot bespreken we nog wat van mijn werk. Om half vijf arriveer ik weer in mijn hotel. Het blijkt dat de ene handdoek niet is verschoond maar simpelweg op de kachel is gelegd om te drogen. Ik zal me er dus morgen (en ook enige dagen erna) nog mee moeten afdrogen.
In het restaurant in de buurt bestel ik op de gok (de Tsjechische menukaart maakt mij niet veel wijzer) een maaltijd. Het wordt een cotelet met frites en wat gemengde groente (van alles een beetje). Daarna bel ik in het hotel even met het thuisfront. De kosten van het gesprek zijn 210 kronen. Daar kan ik ook twee keer voor eten. ’s Avonds bereid ik op mijn kamer het praatje voor morgen voor. Met Petr heb ik afgesproken dat hij mij om ongeveer 8 uur zal ophalen.
Dinsdag 26 november.
Om tien over acht staat Petr inderdaad voor de deur. Daarvoor heb ik ontbeten, dit keer met toast. Helaas is het geheel verschrikkelijk vet (vooral het geroosterde brood dat blijkbaar zou in een koekepan is gebakken).
Mijn praatje is in een gebouw van de technische universiteit in het centrum. Het is even zoeken naar een parkeerplaats. We gaan uiteindelijk te voet binnendoor en komen daarbij langs een aantal voormalige laboratoria. Nu slechts bouwvallen. De zaal waar ik mijn praatje zal houden is netjes. Voor de deur zijn echter schilders bezig met het verven van kozijnen.
Ik heb uiteindelijk zo’n 20 man publiek, waaronder dr.Petr Horazek, die mij later nog zijn lab zal tonen. Het praatje zelf verloopt goed. Halverwege is er een pauze, waarin ik word getracteerd op een broodje en 2 stukjes appelgebak (d.w.z. iets wat daar op lijkt). Na afloop zijn er wat vragen: (1) is er een applicatie (antw.: nee, zou ik wel graag willen), (2) hoe kunnen Lmin en Lmax worden aangepast als geen regelaar te vinden is (antw.: interessante vraag, met kostenfuncties wellicht?), (3) verschil met RaWo-theorie (antw.: de mijne algemener en andere regeling, nl. met synchrone interactie en niet m.b.v. enabling en disabling).
Gezien de discussie heeft men geïnteresseerd toegehoord.
Daarna vertelt Petr Hurzek iets over de technische universiteit. Deze heeft 5 faculteiten, waarvan 3 grote, zo’n 1000 medewerkers en ongeveer 7000 studenten. Daarna leidt hij mij rond in zijn lab. Zijn afdeling zit in een Tempus-project met andere universiteiten, o.a. uit Frankrijk, Duitsland en Engeland en heeft als doel het laten zien van de toepasbaarheid van controltheorie. Er staan een aantal opstellingen, zoals de bekende slinger en één al professioneel uitgevoerde opstelling voor het in het tweedimensionale vlak positioneren van een bal. Het blijkt dat in dit geval een PID-regelaar beter werkt dan de LQG-theorie, maar dat m.b.v. fuzzy control en PID gecombineerd met fuzzy betere resultaten zijn te verkrijgen.
Tot slot wordt iets gezegd over een tweetal toepassingen van discrete event systems op het gebied van manufacturing. Van één zo’n toepassing is een model opgesteld. Het bestaat uit een drietal verfsoorten, die in een aantal combinaties worden gemengd en via een aantal lopende banden, waar wordt verpakt, uiteindelijk tot een voorraad worden opgebouwd. De verpakkingsafdeling is flexibel. Gevraagd wordt nu hoe, door tussentijds wisselen van het verpakken van een bepaalde mix naar een andere mix het mogelijk is in een zo kort mogelijke tijd een zekere voorraad op te bouwen. Hier is het model bekent maar het regelen nog niet nader uitgewerkt.
Een tweede toepassing is zo moeilijk, dat er zelfs nog geen model voor is gevonden. Het bestaat uit een fabriek voor het maken van tandwielen, waar een verfbad nodig is. Elk soort tandwiel heeft zijn eigen verfbad (één of meer keren, korte of lange perioden) en een eigen nabehandeling. Ook hier is het einddoel een bepaalde voorraad te verkrijgen door een optimale volgorde van baden en behandelingen te vinden. Op de vraag of ik wellicht aanwijzingen heb meld ik dat min/max-algebra hier wellicht nuttig kan zijn (is al naar gekeken) of peturbation analysis (is minder bekend). Ik geef tot slot nog de naam door van prof. Olsder als mogelijke raadsman.
Dan is het tijd voor lunch. Een vierde man voegt zich bij ons gezelschap. Hij werkt nu in Duitsland op een universiteit in Düsseldorf. Hij is echter Tsjech en heeft een aantal jaren terug een andere possitie gezocht omdat zijn toenmalige werk (compilerbouw) in Tsjechoslowakije geen toekomst had (er kwamen geen nieuwe computers meer naar het land). We eten in een soort Italiaans restaurant opnieuw een onbekend gerecht, ditmaal met spinazie erbij als groente. We blijken aan een tafel te zitten met Nederlanders (zij herkennen in mij een Nederlander vanwege mijn uitspraak van het woord Erasmus).
Na de lunch heb ik een vrije middag. Ik wandel door Praag, eerst zomaar wat en besluit dan nogmaals naar het kasteel te gaan om de St.Vituskathedraal te bezoeken. Eerst wissel ik nog wat geld om (fl 50,– met een provisievan maar liefst 9%!).
De kathedraal is nu gelukkig open en ook van binnen ontzettend groot en heeft hele mooie glas-in-lood ramen. Er bevinden zich echter minder beelden en versieringen in dan in andere kerken. Wel is er een grafkelder waarin zich o.a. het graf van Karel IV bevindt. Het gedeelte met het orgel is helaas niet te bezichtigen. Terug ga ik over de Karelsbrug, loop wat langs de kraampjes en ga tot slot met tramlijn 17 terug naar mijn hotel.
Net nu ik wilde noteren dat de maaltijden wat tegenvallen in de restaurants en wellicht een aanslag plegen op je gezondheid omdat ze zo vet zijn, meestal alleen maar bestaan uit vlees en saus en nauwelijks verse groente, eet ik dus deze middag spinazie en ’s avonds in het restaurant zelfs een gerecht (weer op de gok besteld) dat blijkt te bestaan uit een soort salade met een mals stukje vlees in een paneerverpakking (een schnitzel?). Deze maaltijd bevalt prima.
Woensdag 27 november.
De morgen begint om half negen op het instituut. Eerst heb ik een lang gesprek met Petr over zijn werk. Daarna breng ik een bezoek aan dr. Pavel Kolár, die mij het een en ander vertelt over zijn problemen met het modelleren van een telefoonnetwerk. Eerst is geprobeerd dat te doen m.b.v. Simula maar door de lange simulatieruns en (voorzover ik na een lange uitleg heb begrepen) afrondfouten is het mogelijk dat de synchonisatie wordt verstoord en de simulatie geen betrouwbaar resultaat meer oplevert. Hierover heeft hij ook bericht in de newsletter van Simula. Ik krijg een afdruk mee. Vervolgens heeft hij de modellering aangepakt m.b.v. Petri-netten, waarbij delays zijn gemodelleerd als het plaatsen van n tokens, die dan elke kloktik met één worden gereduceerd. Is het aantal tokens nul dan kan verder worden gegaan. Volgens mij kunnen zo alleen maar een eindig aantal delay-waarden worden gemodelleerd en lijkt mij een en ander niet zo nauwkeurig maar volgens hem blijkt dit een goed werkend model op te leveren. Het totale model beslaat ongeveer twee kantjes aan Petri-Net-schema’s waarbij voor de delay-truc een bijzonder symbool is geïntroduceerd. Hij vergelijkt deze modelvorming met die d.m.v. automaten en zegt dat Petri-netten simpeler zijn omdat ze niet voor elke mogelijke toestand een aparte automaten-toestand nodig hebben. Ik begrijp het gehele verhaal niet zo goed. De man spreekt dan ook beroerd Engels. Overigens heb ik het idee dat hij ook niet zo netjes is aangezien hij herhaaldelijk in dozen, laden en kasten zit te rommelen om aantekeningen, stencils of artikelen te zoeken. Bovendien hangt er een verschrikkelijke knoflook-lucht in zijn kamer.
Na de lunch met Petr in het restaurant (morgen eten we in de kantine van het instituut, een toeristische attractie, waarvoor vandaag al moet worden gereserveerd middels ponskaartjes) heb ik een lang gesprek met dr. Otakar Krìz (achternaam betekent kruis). Zijn werkkamer is werkelijk overladen met boeken, papier e.d. Hij kan er alleen zelf nog juist tussen zitten. We wijken dan ook uit naar een andere kamer, die van de baas zelf, die vandaag toch afwezig is. Zolangzamerhand valt me overigens op dat elke medewerker, zodra hij zijn kamer betreedt, zijn schoenen verruilt voor pantoffels of slippers. Ook op de kamer van het hoofd van de afdeling staan een paar afgetrapte slippers. dr. Krìz is een zeer enthousiast verteller, maakt koffie voor me en laat me een Duits boek zien waarin een oplossing wordt gegeven voor mijn farmer-probleem in termen van differentiaal boolean expressies. (Binäre dynamische systeme, van Boschman en Posthoff, Akademie–Verlag Berlin 1981 (pagina’s 74–79)). Dan komt hij met een modelvorming van het kat en muis probleem in zijn eigen ontwikkelde programma Boolea, dat uitgaat van dezelfde differentiaal calculus. Hij heeft echter nog geen oplossing gevonden.
Daarna vertelt hij met over zijn eigen werk: expert systemen en geeft daarbij een compleet college, gebruik makend van het bord in de kamer (de meeste kamers doen het overigens zonder). Tot slot houdt hij nog een verhaal over zijn enorme verzameling Fortran-programma’s op kaart (dozen vol!) en 18 tapes vol met programma’s en zijn moeilijkheden met het terugvinden van bepaalde subroutines en overgangen naar afwijkende Fortran-implementaties. Tot slot complimenteert hij met met de heldere uiteenzetting van mijn betoog gisteren (Volgens hem zou Petr dat ook zo moeten doen).
Het is al over vieren als ik weer bij Petr op de kamer terugkom. Ik eet snel wat en maakt mezelf gereed voor het concert waarvoor Petr me heeft uitgenodigd. Ik wordt om half zeven door Petr en zijn vrouw Janna afgehaald. Onderweg wordt me nog uitgelegd dat het cultuurpaleis door de communisten is gemaakt, elke Tsjech het oerlelijk vindt en het dan ook wel (vertaald) “tank voor mensen” wordt genoemd.
Het concert is zeer goed (werk van de bekende Tsjechische componist Antonin Dvorák, resp. Slavische rapsodie, concert in G-minor voor piano en de meest bekende symphonie van zijn hand, de symphonie in E-minor no. 9, uitgevoerd door het Jaáckova philharmonisch orkest o.l.v. Leos Svánovský met op het klavier Boris Krajný).
Janna is erg aardig, alleen een beetje verlegen en door gebrek aan ervaring heeft ze wat moeite met haar Engels. Op de terugreis blijkt dat Petr niet zo gewend is aan parkeerkelders. Zonder te betalen wil hij met hetzelfde kaartje naar buiten maar dan zegt de automaat dat hij een andere kleur kaart moet hebben (nl. de kaart die je krijgt als je hebt betaald). Hij wordt hier even (onterecht) kwaad over.
Donderdag 28 november.
Na een dit keer erg zout ontbijt (zoute ham) ben ik wederom om even over half negen bij Petr op de kamer. We brengen een bezoek aan het hoofd van de afdeling, dr. Radim Jirousek. Dit gesprek blijkt wat langer te duren dan Petr had gedacht. We hebben het o.a. over de politieke en economische toestand in het land en voor het instituut in het bijzonder. I.t.t. bijvoorbeeld de Russen zijn de meeste Tsjechen optimistisch over de toekomst, zoöok Jirousek, o.a. omdat ze voor de communistische tijd (d.i. voor de oorlog) bij de top tien hoorden voor wat betreft de industrie. De mensen zijn door het communisme helaas erg lui geworden en niet meer productief. iedereen had toch ongeveer hetzelfde salaris. Afgelopen jaar is het communistische instituutshoofd met pensioen gegaan en heeft er een herindeling van de afdelingen plaatsgevonden. Het instituut heeft het communisme beter overleeft dat de technische universiteit.
Dan vraag Jirousek plots mijn mening over Petr’s werk (bedoelt als grapje?). Petr is hier enigzins verbaast over. Ik kan gelukkig positief over Petr zijn en gelijk de opmerking van Kríz over het voor een breder publiek toegankelijker maken van de theorie als mogelijke opdracht vermelden.
Daarna hebben Petr en ik een lange discussie over een volgend jaar te organiseren seminar over DES in Praag. Hij heeft al het nodige voorbereid: titel (“joint seminar on DES”), wil graag dat ik en Balemi van ETH hem bij de organisatie helpen, denkt dat zo’n 200 dollars (ik schat zelf iets meer) voldoende zijn per deelnemer om kostendekkend te kunnen werken, dit bedrag is inclusief maaltijden en overnachtingen. Hij denkt verder aan 4 soorten praatjes: ca. 5 invited speakers, ca. 10-14 gewone bijdragen, eventueel zg. last-minute-bijdragen en tot slot ca. 5 exercises: het modeleren en oplossen van eenzelfde probleem in de verschillende aanpakken.
Het idee spreekt me erg aan. Ik zal hierover eens met Geert-Jan Olsder en de vakgroep overleggen.
De lunch in de kantine valt tegen: kip met aardappelen, wat salade en een ongedefinieerde soep. Nu begrijp ik ook waar het gaatje in het reserveringskaartje voor nodig is: de kassiere heeft voor zich een aantal pinnetjes voor deze kaartjes!
Het is inmiddels twee uur als ik nog wat van het centrum kan zien. Het weer is wederom mistig, het motregent zelfs even en het is erg koud. Ik doe de door Petr voorgestelde route i.p.v. mijn eigen plan en kom dan eigenlijk voornamelijk langs dingen die ik al eerder heb gezien. Rond half zes ben ik weer terug in mijn hotel om me gereed te maken voor de uitnodiging bij Petr thuis.
Petr woont met vrouw en kinderen (André (1) en Catherina (4)) in een drie-kamer appartement in een flattenwijk, die begin 1960 naar Russisch voorbeeld is opgericht. Het is een blokkendooswijk zonder enig groen en maakt een trieste indruk. Petr woont bovendien vlak bij een drukke verkeersweg waarvan de geluiden de gehele dag doordringen in de flat.
Het wordt een gezellige avond met als apperatief twee glaasjes Carlsbag, dan bier bij het eten (karbonade, aardappelen en rode kool, het lijkt wel Nederlandse pot!) en daarna nog een aantal glazen wijn. Als ik er net ben is Catherina nogal verbaast dat haar vader ineens zo onverstaanbaar gaat praten. De meegenomen presentjes vallen in de smaak. Het blijkt dat ook in Tsjechoslowakije Sinterklaas wordt gevierd. Alleen zijn het geen zwarte Pieten maar assisteren engelen van de duivel de Sint. De kadootjes komen hier niet door de schoorsteen maar hangen in een zak achter de gordijnen.
We hebben het een groot deel van de avond over de politieke en economische situatie van het land. Verder laat ik wat foto’s zien van huis en familie. In Tsjechoslowakije moet je, als jong stel, goede ouders hebben die je een huis kunnen bezorgen, anders ben je gauw tien jaar kwijt met wachten op woonruimte.
Het is al half twee geweest als Petr me naar mijn hotel terugbrengt, niet per auto (rijden met alcohol is altijd verboden), maar per openbaar vervoer. We zijn precies op tijd voor de tram bij hem voor de deur maar missen dan de overstap zodat we besluiten een stuk te lopen. Als we bijna bij het hotel zijn passeert een taxi, die Petr kan aanhouden. Onderweg vragen we ons nog af of het hotel überhaupt zo laat nog wel open is. Gelukkig is dat zo en kan ik rond twee uur enigzins zwevend mijn bed opzoeken.
Vrijdag 29 november.
Na ontbijt en pakken van de tas ga ik nog even de stad in. Het weer is niet best (de mist is nu wel erg dicht) maar het is gelukkig de gehele week drooggebleven. Even voor 12 uur ben ik weer bij Petr op het instituut. Hij laat me nog even kennismaken met Straski, o.a. de editor van Kybernetica.
Na nog wat korte vragen beantwoord te hebben, lunchen we voor de laatste maal in het restaurant bij het winkelcentrum Ladskí (een vleesspies met patat dit keer) en brengt Petr me per auto naar het vliegveld. Zeker bij het vertrek zie je duidelijk het verschil tussen de geöliede machinerie op Schiphol en de chaos hier. Zeker als vanwege dichte mist veel vluchten sterk vertraagd zijn. De schemaborden worden onregelmatig bijgewerkt en bevatten dus meestal oude onware informatie. De omgeroepen mededelingen zijn niet te verstaan en meestal alleen in het Tsjechisch en als we uiteindelijk kunnnen instappen komt een mevrouw dat luid roepend in de hal onverstaanbaar aankondigen.
De vertraging vanwege de mist is gelukkig slechts een half uur, maar daardoor zal ik wel een heel uur later thuis zijn. De vliegreis is met de KLM en, vergeleken met de heenreis, één en al luxe. Ook de maaltijd aan boord is prima.
In de trein kom ik toevallig Petkov nog tegen. Tussen Utrecht en Groningen bespreken wij nog wat vakgroeps-perikelen. Uiteindelijk ben ik om ongeveer half tien weer thuis.