INRIA conference, Sophia Antipolis, 14-19 juni 1994
Verslag van deelname aan de INRIA conferentie Discrete event systems, in Sophia Antipolis, Nice, Frankrijk.
Dinsdag 14 juni
Na maandag staken nu ook vandaag de spoorwegen. Zoiets had ik gelukkig al verwacht en heb daarom op tijd een Schipholtaxi besteld. Deze komt mij om even na half tien van huis halen en gaat via Haren en Roden op Schiphol aan. Om precies half een (mijn uiterste meldingstijd) arriveer ik op Schiphol. Het vliegtuig zit dan al zo goed als volgeboekt.
Ik krijg de laatste vrije stoel in het rokersgedeelte. Naast mij in het vliegtuig, aan de andere kant van het gangpad, zit een Amerikaan van wel 200 kilo die de grootste moeite heeft om zich tussen de stoelleuningen te proppen en onmogelijk het tafeltje naar beneden geklapt krijgt vanwege zijn enorme buik.
Het vliegveld van Nice ligt op een kunstmatig aangelegd eiland juist buiten de stad. De vlucht verloopt vlekkeloos.
Op Schiphol ontmoet ik ook nog Jan van Schuppen (CWI). Ik reis met hem in Nice per bus naar ons hotel in Juan les Pins, vlak voorbij Antibes. De buschauffeur doet alles tegelijk (rijden, uitkijken, kaartjes drukken, afrekenen, enz.). De kamer in hotel Pyramides is klein, de doucheruimte niet al te schoon en krap, maar alles is aanwezig, inclusief airconditioning en televisie (met alleen Franstalige zenders). Ik heb uitzicht over zee.
Om half zes vertrekt er nog een bus naar ecole des Mine (Sofia-Antipolis). Het gebouw van ecole des mine ligt in de heuvels, zo’n 10 kilometer van zee. We worden ontvangen met wijn (witte wijn, gemengd met chasis, een zeer zoete likeur).
Bij de early registration ondek ik o.a. Ard Overkamp en vriendin Jacqueline, Christos Cassandras, Stefan Larfortue en Guy Cohen. In de bus spreek ik Ismi (spreek uit: It’s me) uit Rouen. Om half acht zijn we weer terug en bel ik even naar huis. In de lift tref ik Rene Boel nog. Al met al veel bekenden.
Er is veel verkeer (auto’s, treinen en vliegtuigen) rond het hotel zodat ik wat minder goed slaap
Woensdag 15 juni
Aangezien de bus al om 7.55 vertrekt, sta ik om zeven uur op. Bij het ontbijt ontmoet ik onder andere Petr Kozak uit Praag en zijn vrouw Jana. Zij zijn per auto gekomen en zullen de terugreis gebruiken voor een korte vakantie. Petr heeft Praag een dag eerder moeten verlaten dan zijn gast, prof. Wonham, die per vliegtuig naar INRIA komt.
Om precies 7.55 vertrekt de bus inderdaad en om kwart over acht zijn we al op de plaats van bestemming. Tot negen uur bestaat de mogelijkheid nog wat aan het ontbijt te doen.
Om negen uur opent Guy Cohen de conferentie. Hij bedankt vele mensen en vermeldt in het bijzonder nog dat men met de organisatie van deze conferentie anderen in het vaarwater is gaan zitten. Petr Kozak en ik worden bedankt dat we onze plannen voor een volgende WODES nog even hebben willen uitstellen.
Dat wordt nu dus WODES’96???
De eerste plenaire spreker is de Spanjaard Silva, die een survey over Petri Netten geeft, maar dat uitsluitend met veel tekst, veel slides, veel notatie, veel formules, veel terminologie, veel afkortingen en weinig echt te beiden heeft. De essentie van het verhaal gaat dan ook volledig aan mij (en vele anderen) voorbij.
Thistle (Montreal, Canada) is de tweede spreker (na een korte koffiepauze buiten). Hij geeft een prima overzicht van de huidige gang van zaken op het gebied van logische aspecten met betrekking tot het regelen van DESs. Hij heeft veel verwijzingen ingevoegd naar andere sprekers op deze conferentie die met de theorie van doen hebben (zelfs ik wordt genoemd onder het kopje proces algebra). Hij rept o.a. over horizontale regeling (decentralisatie, decompositie: meerdere regelaars met elk een klein deel van het totale systeem onder hun hoede) en vertikale regeling (hierarchie: regelen op verschillende niveaus). Zijn belangrijkste conclusie is dat DES research meer en meer de kant op gaat van computing science (talen, automaten, proces algebra e.d.) maar met veel nadruk op synthesis en control theory.
De laatste spreker voor de lunch is Christos Cassandra (Amherst, USA) die wederom een zeer enthousiast verhaal houdt over perturbation analysis en als grootste moeilijkheden bij DES onderzoek op zijn gebied noemt: geen analystische structuur (want door de mens bedacht plan), onzekerheid (bijvoorbeeld het weer) en een grote zoekruimte.
Dan is het tijd voor de lunch. Deze wordt zo’n 10 minuten lopen bergafwaarts geserveerd in een soort kantine/menza. Het is even wennen aan de soort bediening en vooral aan het aanbod. Er is veel warme hap en in het geheel geen losse broodjes, maar zo ziet een Franse lunch er gewoonlijk ook uit.
Ik koop eerst een flesje mineraaalwater, maar later blijkt er ook gewoon water op de tafels te staan. Ik zit aan tafel met twee Zweden, Petr en Ard.
De weg terug is korter omdat we binnendoor de achteringang nemen. Volgens goede Franse gewoonte heben we twee uur lunchtijd, zodat we nog wat kunnen bijkomen van de maaltijd.
Om half drie is het tijd voor de volgende sessie, de eerste van een serie parallelle sessies over de automata theoretic approach. Ik mag deze sessie van invited contributions voorzitten en ondervind van geen van de drie sprekers problemen: ze blijven binnen de hun gestelde tijd (ongeveer). Eerste van de drie is Robert Kurshan (ATT Bell lab, USA),\begin{eigen} die ik nog ken uit Sopron, die het heeft over automata theoretic verification of coordinating processes. Hij vertelt traag over mogelijkheden om via hierarchische refinement te controleren of process P (als implementatie) de task T (specificatie) wel geod uitvoert. Hij gebruikt hiervoor automaten die oneindige strings aankunnen. Het praatje komt niet helemaal uit de verf.
Peter Caines (Montreal) is de tweede spreker en vertelt wederom over COCOLOG, dit is een soort logica waarmee controllers bedacht en geverifieerd kunnen worden. Peter is soms heel globaal en dan weer uiterst gedetailleerd bezig, waardoor hij de essentie van zijn verhaal niet goed kan overbrengen. Aardig is zijn “real-time application”: het spel Clue (cluedo in het nederlands) waarbij je erachter moet zien te komen wie, waarmee en waar een moord heeft gepleegd.
Tot slot Kemal Inan (Ankara, Turkije). Wegens storing aan zijn printer heeft hij alleen een fatsoenlijke titel-slide, de rest is handgeschreven en moeilijk leesbaar. Zijn verhaal over non-deterministische regelaars onder partial observation komt m.i.\ minder goed uitde verf dan vorig jaar in London. Ard Overkamp verklaart mij later dat het non-determinisme in zijn verhaal slechts een notatie-kwestie is en niet met non-deterministische beslissingen van doen heeft.
Dan is er weer een pauze en kunnen we op de binnenplaats weer van gedachten wisselen onder het nut van koffie (sterke Franse) en jus d’orange.
Even na half vijf begint de laatste parallelle sessie in twee delen met contributed presentations over de automata theoretic approach. Eerst is Kumar (Kentucky, USA) aan de beurt. Hij heeft het over voorkomen van blocking in prioritized synchronization based control of non-determinstic systems en gebruikt daarvoor refusal sets. Gebruikt wat meer tijd zodat er geen tijd over is voor vragen.
Tweede spreker is Ard Overkamp (CWI) die de supervision voor non-deterministische systemen wederom uitlegt met behulp van vending machines. Zijn eerder aangehoord verhaal tijdens de Beneluxmeeting in Veldhoven afgelopen maart vond ik beter.
Dan ben ik zelf aan de beurt. 20 minuten is wel erg kort voor een praatje, zodat ik, bang om niet binnen de tijd te blijven, te snel begin en daardoor een rustige opbouw teniet doe. Ik blijf wel binnen de tijd en de meegebrachte dictaten over DES ben ik na afloop zo kwijt. In de pauze wordt ik gecomplimenteerd met de simpele aanpak van het probleem. Ik heb dan ook inderdaad nauwelijks formules gebruikt maar met plaatjes geprobeerd de essentie van mijn regelalgoritme voor DESs duidelijk te maken.
In die pauze komen nog wat ideeen naar voren over verder onderzoek: hoe past reflectie in nd-systemen, hoe kan partial observation worden aangepakt en hoe zit het met uitbuiting van nd-grafen
Na de laatste pauze spreken nog Meera Sampath (Michagan, zij heeft het over diagnosability of DESs, hetgeen lijkt op abstractie van een systeem om daardoor het systeem beter te overzien) en Ziller (Brazilie, over supremal Lm-closed sublanguages, hetgeen me niet meer dan een heel klein gedetailleerd resultaat in de Ramadge-Wonham theory over supervisory control lijkt te zijn).
De vermoeidheid slaat na zo’n lange dag nu wel toe: geen van beide praatjes kunnen me nog boeien.
Om zeven uur brengt een bus ons naar het onderkomen van INRIA elders op dit terrein (Sophia-Antipolis is in feite een soort science park met naast research wat kleine industrie en een hotel), alwaar een receptie wordt aangeboden. Er is volop champagne en lekkere hapjes voorhanden. De ober met snor lijkt een echte levensgenieter en komt steeds vaker mijn kant op met weer een andere schaal met lekkers en wijn.
Ik spreek met Jana, Rene Boel en collega Dirk, met Rein Nobel (mijn naamgenoot zal ik nog vele malen in bus of anderzins spreken), Jan van Schuppen en anderen.
Zo rond negen uur zijn hapjes en drankjes op en om half tien brengt de bus ons terug naar het hotel. De eerste dag van het congres was lang, vermoeiend, maar zeker interessant.
Donderdag 16 juni
Dit keer heb ik lekker geslapen.Wederom om acht uur worden we per bus opgehaald en dit keer moeten met van kwart over acht tot negen uur wachten zonder koffie of anderzins. De sprekers in de planaire zitting van vanochtend zijn:
Ciardo (Williamsburg, USA; begint zonder titelblad of inhoudsopgave aan zijn verhaal over performability analysis using stochastic petri nets. Ik haak al vrij snel af, helaas. De spreker skipt regelmatig aantallen slides en gebruikt daarnaast de bekende tokens (punaises) om zijn petri netten tot leven te brengen, maar helaas of te snel of onder zijn handen, zodat er niet zoveel van te zien is),
Guy Cohen (INRIA zelf; gebruikt zijn eigen laptop Macintosh als presentatiemedium. Het gebruikte programma is hyperslides, dat hij een week terug onder ogen kreeg en geschreven is door een dertien jaar oud joch uit Oostenrijk (“ik ben drie jaar ouder dan de Mac”). Guy’s praatje is duidelijk en overzichtelijk en maakt mij nog weer meer duidelijk waar de max-algebra nu helemaal over gaat.)
en J. Sifakis (Grenoble; die een interessant verhaal houdt over hybride systemen, in feite automaten met extra condities en assignments bij de transities en de toestanden om allerlei tijdsaspecten te kunnen meenemen. Hij interesseert me voor de middaglezingen).
De lunch bestaat dit keer uit een soort gevogelte (we kunnen er geen kip in ontdekken, maar het heeft wel vleugels (gehad)) en een soort mie.
Tafelgasten dit keer Rein Nobel en Ard en later een Fransman. We discusseren aan de hand van de voordracht van Guy over netwerken e.d.
De middagsessie woon ik, na het interessante praatje van vanochtend, bij in de hybride systemen-sessie. De volgende sprekers komen in het eerste deel:
Alur (ATT, Muray hill USA; geeft een methode om van een times automaton een soort symbolisch diagram te maken waarmee symbolische verificatie mogelijk is. Het nieuwe diagram is echter exponentieel in grootte vergeleken met de oorspronkelijke, voor wat betreft het aantal klokken en het aantal gebruikte constanten.),
Courcoubetis (Athene; ken ik nog van Sopron en is nog net zo levendig, leest zijn slides regelmatig voor door te zeggen “blablabla” en meldt bij de conclusies: “in conclusions always things are mentioned no-one will do\l…”. Verder steek ik niets van zijn verhaal op),
en Mitter (Cambridge, USA; die probeert regeling uit te voeren op hybride systemen).
De lunch en het weer doen me bij deze praatjes geen goed: ik kan mijn hoofd er niet zo goed bijhouden. Bovendien lijken de sprekers en een aantal anderen in de zaal een soort familie te vormen die hybride systemen bestudeert, zodat de sprekers geheel voorbij gaan aan eventuele leken op dit gebied.
Na de koffiepauze volgen er nog een aantal sprekers:
Narain (Morristown, USA; geeft een hele lange uitleg in prolog om uit te doeken te doen wanneer bij een aanstormende trein de bomen nog op tijd omlaag zijn en geeft dan een uitbreiding wat niet meer lijkt in te houden dan toevoegen van symbolisch rekenen aan prolog),
Raisch (Stuttgart; deel toestand in intervallen op en denkt hier losse symbolen bij. Door uit te gaan van een precies model is hij vervolgens in staat een systeem naar een bepaald punt te brengen, door alleen de interval-overgangen te observeren. Vooral het feit dat een precies model bekent moet zijn lijkt me wat moeilijk realiseerbaar.)
en Tittus (Götenborg, Zweden; heeft voor de grap alle slides ook van een Franse titel voorzien vanwege de opgelegde tweetaligheid van dit congres).
Aan het eind van het betoog van de laatste spreker ontstaat er een discussie tussen voorzitter Mitter en Courcoubetis, waarbij de spreker zelf geruime tijd buiten spel staat. Dat lijkt me toch niet zo netjes.
Dan is het wachten op de bus. Eenmaal terug in het hotel (de bus doet er nu wel drie kwartier over vanwege spituur) verken ik voor het eerst de strandboulevard van Juan les Pins.
Daar kom ik ook Micheal Tittus nog weer tegen bij het bestuderen van een menukaart. Michael zoekt nog even verder, ik bestel ter plekke een pizza en later komt Michael weer terug en neemt er ook een. Na nog een kort rondje door de omgeving terug naar het hotel
Vrijdag 17 juni
De ochtendlezingen boeien me helaas maar weinig (sprake van vermoeidheid en overvallen door de aanhoudende warmte??).
De sprekers:
Jean-Marie Proth (INRIA-Metz, Frankrijk; is slaapverwekkend,gebruikt kleine letters en vertelt niets spectaculairs),
Sean Meyn (Urbana, USA; vertelt waarschijnlijk veel interessante aspecten voor kennis (sommige resultaten blijken soms slechts 48 uur oud te zijn), promoot een aantal keren zijn net verschenen boek, maar ik steek van deze statistische dingen niet veel op)
en Malyshev (INRIA-Rocqeuncourt, Frankrijk). Deze laatste man is een verhaal op zich: hij blijkt ontzettend te stotteren en gebruikt dan ook nog eens kruit en bord in plaats van sheets, waardoor er helemaal geen tempo in zijn verhaal zit en volgens mij niemand uit de zaal de draad kan volgen. Soms lijkt zijn spreekbeurt een aflevering uit Mr. Bean, zoals de manier waarop hij het bord gebruikt (alles doorelkaar), een aantal keren zijn aantekeningen doorneemt en dan ergens op het bord een i in een j verandert, waardoor zijn verhaal weer loopt(?!!?), enzovoort. Hoewel ik absoluut geen moeite heb met stotterende sprekers vind ik wel dat ze een beetje respect voor het publiek mogen hebben en hun handicap kunnen verlichten door bijvoorbeeld sheets te gebruiken. Dit is minachting voor het publiek.
De lunch is met Geert-Jan Olsder en Petr Kozak. We spreken over WODES’96 (in Groningen??). Al eerder vandaag hebben de organisatoren van INRIA94 (Guy Cohen en Jean-Pierre Quadrat) aangeboden alle informatie, die van belang is voor het organiseren van een volgende conferentie, aan mij beschikbaar te willen stellen, ook Geert-Jan wil wel helpen en van Jan van Schuppen heb ik ook al een toezegging voor assistentie. Ik besluit ter plekke om in september/oktober de nodige inventarisatie te doen en dan te besluiten of een dergelijke conferentie in Groningen in 1996 mogelijk is (en of ik dat kan/wil organiseren).
Na de lunch is er nog een korte sessie over de automata-aanpak. Sprekers zijn dan
O’Young (Toronto; meldt dat een synthesis beter is dan en iteratieve aanpak om een regelaar te bedenken. Zegt in feite dat als iets niet wil je het model moet aanpassen!),
Baker (Cincinnati; heeft wel erg veel slides en komt dan ook maar tot een derde. Geeft een matrixachtige notatie van automaten.
Petr Kozak vraagt zich vervolgens af waarom er in de referentielijst in de proceedings bij zijn artikel geen verwijzingen voorkomen naar werk in deze richting uit 1960!),
Delfieu (Toulouse; voegt temporal logic toe aan automaten. Maakt op mij geen indruk: elke tijdtik is bij hem een extra event (dit lijkt op de Wonham-aanpak) hetgeen m.i. slechts een enorme groei van de automaten tot gevolg heeft.)
Dan is het pauze. Na de pauze is er nog één lezing van 20 minuten die ik oversla.
Al met al kan ik terugzien op een zeer efficient georganiseerde conferentie, die helaas niet zoveel echt nieuwe dingen heeft gebracht. Nog steeds zoekt men naar echte applicaties en nog steeds heeft elke onderzoeker in dit gebied zijn eigen notatie. De verhalen over statistiek vond ik wat minder goed thuispassen in deze context.
Met een busje wordt ik weer naar het hotel gebracht. Nog anderhalve dag aan de Cote d’Azur.
De rest van de vrijdag besluit ik met een wandeling langs het strand (vandaag weer meer zon, dus veel meer zonnende mensen), eet wat en ga vroeg naar bed.
Zaterdag 18 juni
Het wordt een warme dag (zo’n 30 graden), die ik besteed aan een lange wandeling door Juan les Pins en vooral ook Antibes, dat behalve een middelandse sfeer en kleine straatjes voornamelijk bestaat uit restaurants (in allerlei hoedanigheden), cadeauwinkels, antiekwinkels en terassen.
Daarnaast is er op twee plaatsen markt (lapjesmarkt en vleesmarkt). De kust bestaat uit rotsen en strand. Daar waar strand is, ligt het volg zonnende mensen. Op de Juan les Pins stranden is elk stukje strand verpacht en kan per dagdeel een plaats worden gehuurd.
Ik eet in restaurant Les Moulin en probeer op z’n Frans te bestellen. Dat gaat slechts redelijk. Ook het bestelde eten is echter weinig Frans.
Terugrekenend aan het eind van de dag heb ik wel zo’n tien kilometer gelopen en geslenterd.
Zondag 19 juni
Na ontbijt en de laatste dingen ingepakt te hebben, vertrek ik op weg naar huis. De bus is op tijd bij de halte. Nog eenmaal zie ik de Cote d’Azur langs me heengaan. Ruim op tijd ben ik op het vliegveld. De rij voor de balie om in te checken naar Amsterdam is dan echter al behoorlijk lang. Als ik eindelijk aan de beurt ben krijg ik de allerlaatste vrije plaats aan boord. Blijkbaar hebben velen voor mij al eerder een instapkaart kunnen bemachtigen.
Het vliegveld oogt heel modern, maar is weinig efficient. Alles gebeurt verder met de Franse slag en de weinige mededelingen zijn uitsluitend in het Frans gesteld.
De vlucht naar huis verloopt voorspoedig. De Schipholtaxi brengt me vervolgens snel naar huis, zodat ik eerder thuis ben dan indien ik de trein zou hebben genomen.